In deze spannende en vaak moeilijke tijd kan het soms zwaar zijn om op jezelf te wonen, net genoeg geld bij elkaar te schrapen voor jouw huur en nutsvoorzieningen, en zorgen voor al het andere dat je nodig hebt om een beetje comfortabel te kunnen leven – om nog maar te zwijgen van al die kostbare boodschappen.
Wanneer jij voor het eerst alleen gaat wonen, zoek je waarschijnlijk een eigen aangenaam woonplekje die jij binnen jouw prijsklasse kunt huren. Hopelijk heb jij voor deze verhuizing al wat spaargeld opgebouwd.
Want als je niet een klein spaarpotje hebt om op terug te vallen terwijl je aan jouw nieuwe woonsituatie went, dan heb je hopelijk wel een redelijk betaalde baan of een mogelijke kredietlijn die jij kunt gebruiken om bij mogelijke financiële tegenvallers het hoofd boven water te kunnen houden.
Als jij aanvangt met een berekening van jouw maandelijkse uitgaven, dan krijg je al vlot een duidelijk beeld van hoe jouw nieuwe leven er na jouw verhuizing uit zal zien.
De grootste kostenpost: de huur
De grootste zorg voor iedereen die een huis of appartement huurt, is om ervoor te zorgen dat ze hun maandelijkse huur elke keer weer op tijd kunnen betalen. Als jij nog nooit eerder gehuurd hebt, dan vraag jij je wellicht af wat de gemiddelde huurprijs is.
Welnu, het antwoord is simpel: er bestaat hiervoor geen standaard te verwachten prijs. Je huur hangt immers volledig af van hoe je woont, waar je woont, het type woning en of je hulp krijgt met het delen van de huur, via huisgenoten bijvoorbeeld.
Om echter een klein idee te geven, is het gemiddelde huurbedrag van iemand die jaarlijks € 20.000 euro verdient, pakweg tussen de € 350 en € 500 euro.
Als je met huren aanvangt, dan is het belangrijk om te weten dat de meeste verhuurders graag een borgsom willen zien. Dit kan een bedrag zijn die gelijkstaat aan 1 tot 3 maanden huur.
Andere grote kostenposten: nutsbedrijven
Soms kunnen bepaalde nutsvoorzieningen in jouw huurprijs inbegrepen zijn. Dit is echter maar zelden het geval en als jouw huisbaas deze nutsvoorzieningen niet regelt, dan moet jij de energie- en waterrekeningen bovenop jouw kale maandelijkse huur betalen.
Tot jouw voorzieningen behoren in ieder geval je elektriciteit, een mogelijke gasverwarming en water. Volgens de algemene norm is een alleenstaande veelal gemiddeld 36 procent van zijn of haar maandinkomen aan de drie-eenheid van huur, energie en water kwijt. In de meeste gevallen kun je zo’n € 135 voor de nutsvoorzieningen rekenen.
De andere kosten van het leven
Eten en drinken
Iedereen moet eten, en volgens het Nibud geeft de gemiddelde alleenstaande ongeveer € 180 tot € 210 per maand aan boodschappen uit. Dit bedrag kan afhankelijk van jouw leeftijd, inkomen, geslacht, eetgewoonten en waar jij woont, variëren.
Verder hangt het er ook vanaf of men wel of niet uit eten gaat, aan maaltijdplanning doet of bijvoorbeeld kiest voor de budgetmerken in de supermarkt. Naast jouw dagelijkse maaltijden moet je tevens aan je persoonlijke verzorgingsartikelen (zoals toiletpapier, shampoo, tandpasta) en schoonmaakproducten denken.
Kleding
Daarnaast heb je uiteraard ook kleding nodig. Het gaat hier onder meer om schoenen, jassen, jouw dagelijkse kleding, onderkleding en formele kleding voor naar het werk. Volgens de budgettering experts mag zo’n 5 procent van jouw maandloon naar nieuwe t-shirts, broeken en handtassen gaan.
Mocht jij netto € 1.670 euro per maand verdienen, dan betekent dit dat je daarvan ongeveer € 85 euro aan kleding uit mag geven. Dat is op jaarbasis al gauw meer dan € 1.000!
Gezondheidszorg, transportkosten en andere uitgaven
Vergeet verder ook niet de kosten voor jouw gezondheid, zoals ziektekostenpremies, apotheekkosten en mogelijke vitaminen. Ook moet jij jouw reguliere transportkosten bij elkaar optellen, of jij nu een auto bezit, van de bus gebruikt maakt, of op de fiets stapt. Deze kosen kunnen uit brandstof, bustickets, parkeerkosten, maar ook onderhoudskosten bestaan.
Andere kosten van jouw levensonderhoud kunnen wellicht niet zo snel gecategoriseerd worden, maar jij moet deze zeker wel in jouw budget opnemen. Denk hierbij aan: je mobiele telefoonrekening, je internetaansluiting, verzekeringen, een Netflix abonnement en/of sportschool lidmaatschap, et cetera. Vergeet alsmede niet een mogelijke studielening aan jouw maandbudget toe te voegen.
Kortom
Ongeacht jouw persoonlijke keuzes of je woonlocatie, kun jij over al jouw kosten van levensonderhoud een ruwe schatting maken. Concentreer je hierbij op de hoofdcategorieën huisvesting, voedsel, kleding, vervoer en gezondheidszorg.
Over het algemeen wordt er door allerlei experts de toepassing van de 50/20/30 regel aanbevolen om jouw budget te plannen, iets wat vooral voor jonge volwassenen geldt. Deze 50/20/30 richtlijn biedt zo een financiële basistechniek voor al jouw uitgaven en je mogelijke spaargelden.
Het werkt als volgt: 50% van jouw netto inkomen is voor je vaste lasten bestemdm 30% voor al je persoonlijke behoeften, en 20% ervan voor het terugbetalen van mogelijke schulden en voor het sparen (dus ook voor een vakantie of luxegoederen) en beleggen (de crypto’s zijn op dit moment behoorlijk populair!).
Het belangrijkste idee hierachter is om al jouw kosten van levensonderhoud terug te brengen tot ten minste 50% van jouw inkomen. Zo houd je voldoende saldo over voor zowel wat spaargeld als jouw persoonlijke uitgaven om je leven net wat aangenamer te maken.